Sociale ongelijkheid, opdracht voor school
In mijn leven is wel sprake geweest van sociale ongelijkheid, in ieder geval op de manier waarop ik sociale ongelijkheid interpreteer. Ik heb te maken gehad met mensen die nogal laatdunkend waren in hun gedrag en uitspraken over mensen met een andere huidskleur of nationaliteit. Over Duitsers sprak men niet altijd op een even vriendelijke toon. Zelf deed ik hier nooit aan mee omdat ik hiertoe geen reden zag en zie.
Misschien waren deze opmerkingen niet altijd even serieus bedoeld maar ik kon dat niet direct uit hun houding afleiden. Bovendien vind ik zulke ‘geintjes’ niet grappig. Ik ging er meestal niet tegenin omdat ze dat naar mijn idee vaak leuk vonden. Er viel dan toch niet serieus te praten. Ook deden sommige mensen in mijn omgeving (bijvoorbeeld mensen die ik tegenkwam als ik uit ging) vervelende uitspraken over homo’s of over mensen waarvan werd gedacht dat zij dat waren. Ik vind zulke uitspraken eigenlijk nogal bekrompen. Sommigen lijken op alles en iedereen wat maar iets afwijkt van ‘het gangbare’ commentaar te hebben. Ik denk soms dat dit bedreigend voor hen en hun ‘valse zekerheden’ is. In minder sterke mate merk ik soms ook iets van sociale ongelijkheid ten opzichte van mensen met een handicap. Het overkomt mijzelf ook wel eens. Je wordt makkelijk in een hokje gestopt; er wordt je een etiket opgeplakt. Naar mijn idee komt sociale ongelijkheid vaak voort uit onwetendheid en vooroordelen.
Onderwijs
In het onderwijs kun je ook wel iets terug zien van sociale ongelijkheid. Het is me wel eens opgevallen dat de meeste kinderen uit de lagere sociaal-economische milieus terecht komen op de mavo, lts of lhno. Terwijl veel van de kinderen van de ‘beter gesitueerden’ naar het vwo of in ieder geval de havo gaan. Waarschijnlijk brengt o.a. de subcultuur dit met zich mee maar je kunt je afvragen hoe zo’n subcultuur gevormd wordt. Heeft dit niet (in bepaalde gevallen) te maken met sociaal isolement, weinig toekomstperspectief, weinig kansen etc.? Het lagere opleidingsniveau van deze mensen, waaronder veel buitenlanders, zorgt ervoor dat hun kansen op een ‘goede’ baan ook niet al te groot zijn.
Tussen mannen en vrouwen
Tussen jongens en meisjes is er naar mijn idee ook sprake van sociale ongelijkheid. Jongens hebben vaak meer rechten dan meisjes die meer ‘plichten’ hebben. Zij moeten oppassen met hoe zij zich gedragen ten opzichte van jongens. Als een meisje een paar vriendjes heeft gehad is het meteen een slet (volgens sommige jongens). Terwijl de jongen een bink is als hij veel vriendinnen heeft. Meisjes moeten oppassen met hoe ze zich kleden, hoe ze praten en hoe ze zich gedragen. Als een jongen niet meedoet aan allerlei stoere verhalen over meisjes, sex en dergelijke gaat hij door voor een ‘mietje’ of homo. Ik hoor van zowel jongens als meisjes dat zij het niet eens zijn met het feit dat meisjes makkelijk een hoer worden genoemd na verschillende relaties en een jongen stoer wordt gevonden. Toch denk ik dat zij dit vaak wel zelf in stand houden. Het gebeurt ook dat meisjes over andere meisjes praten als zij veel vriendjes hebben.
Tussen volwassen mannen en vrouwen is er ook soms sprake van sociale ongelijkheid. Zo heb ik een paar jaar een vriend gehad wiens ouders echt leefden volgens het traditionele rollenpatroon, alleen dan wel in een behoorlijk extreme vorm. Hij kwam thuis van zijn werk, schoenen uit en zij moest meteen koffie inschenken. Hij bracht dit als een bevel in plaats van als een wens of vraag. Ze moest werkelijk voor hem rennen, anders kwam er taal uit zijn mond die naar mijn mening niet redelijk is te noemen. Ik had hier altijd veel moeite mee en was erg bang dat mijn vriend in zo’n zelfde ‘rol’ zou vervallen. Ik was hier erg alert op. Zijn ouders hadden dit misschien van huis uit meegekregen. Dat hoeft nog niet te betekenen dat ze daar achter staan. Maar zij liet het toe en gaf geen kick. Ondanks het feit dat zij een volledige baan had en daarnaast ook voor het huishouden moest zorgen, kon ze toch opdraven wanneer meneer maar met zijn vingers knipte. Zijn wil was wet.
Verzet tegen sociale ongelijkheid
Ik heb me tegen deze sociale ongelijkheid wel eens verzet (indien mogelijk). Dat deed ik door een opmerking te maken over iemands gedrag of uitspraken. Hiermee wilde ik dan een reactie uitlokken en eventueel met die persoon in discussie gaan. Ik gaf mijn mening en wilde graag weten of die persoon echt achter hetgeen hij zei of deed stond. Als dat het geval was kon ik er soms recht tegen in gaan. Alhoewel ik in de gaten had dat dat in sommige gevallen geen enkel effect had. Ik wilde altijd de ander overtuigen van zijn ongelijk maar dat gaat vaak niet. Het is nou eenmaal zijn overtuiging. Maar misschien zette ik zo iemand wel aan het denken, je weet maar nooit wat voor uitwerking het uiteindelijk kan hebben! Niet geschoten is altijd mis.
© 10 april ’95 Kim van Iersel