Gedichten van Toon Hermans

Toon Hermans

Het al

Ik ben de zon, de maan, ik ben de regen,

‘k ben onbeschrijfelijk, niet te meten noch te wegen.

Ik ben rivieren, ik ben zeeën, bliksem, donder,Bliksem

ik ben de kleine mens, maar wèl het grote wonder.

Ik ben het water en de vruchten en het koren,

het leven dat uit alle leven wordt geboren.

Ik ben het allemaal – de wijze en de zot

en in mijn kleinheid schuilt iets van een Grote God.

Ik heb het leven lief

Ik heb het leven lief, de mensen en de dieren
De zeeën en rivieren, ik heb het leven lief

Ik heb het leven lief, de bergen en de dalen
De warme zonnestralen, ik heb het leven lief Zonnetje

De trieste ochtendkrant, ze zal mij niet benauwen
Ik blijf van het leven houden, tot aan de laatste dag

Al zijn ze nog zo droef, de dingen die gebeuren
Er komen nieuwe kleuren, met elke nieuwe dag

Ik heb het leven lief, ik heb het nooit verzwegen
Het wonder van het bewegen, de vreugde van het bestaan

Ik heb het leven lief, ben blij dat ik ben geboren
Dat ik kan zien en horen, een hart kan horen slaan

Als in het zomergroen, de fiere populieren
Hun blijde zomers vieren, ik ruik het jonge groen

Rolt over het open veld, de bliksem en de donder
Dan speur ik iets van het wonder, heel diep in mijn karkas

Ik heb het leven lief, hoe dikwijls ik ook faalde
De tol die ik betaalde, daarvan heb ik geen spijt

Ik heb het leven lief, Ik schreeuw van de daken,
ik zal er wat van maken, ik heb het leven lief

De morgen aan mijn raam, de avond vol applausen
De koffie in de pauze, ik heb het leven lief Koffie

En valt het doek dan dicht, nog even op het leven
Een laatste glas geheven, ik heb het leven lief

Ik heb het leven lief, het sterke en het broze
Het blije en het boze, ik heb het leven lief

Ik heb het leven lief, de hoge regenbogen
De glimlach in je ogen, ik heb het leven lief

En jij, mijn liefste jij, jij hebt me van jouw leven
Het mooiste stuk gegeven, ik heb jouw leven lief

Want jij, mijn liefste jij, jij gaf me zoveel dingen
Jij hebt mij leren zingen, ik heb het leven lief

Ik heb het leven lief
Ik heb het leven lief
Ik heb het leven lief

Alles is heimwee

Alles is heimwee
wolken en water
alles is heimwee
naar vroeger – naar later
vroeger is over
later – een ster Ster
gisteren is oud
en morgen nog ver

Genoeg gepraat

Genoeg gepraat, genoeg beweerd,
ze blijft, dezelfde pijn,
we hebben het mensdom zelf versteerd,
nu moet het pauze zijn.

Een pauze van een jaar of tien
en van volkomen zwijgen,
dan heb je kans dat we misschien
een nieuwe wereld krijgen.

Dan heb je kans dat het ons lukt,
misschien komt alles goed,
als niemand meer een letter drukt
of zeggen zal hoe ’t moet.

Pennen

Potlood en gum
Pennen kunnen op papier
schreeuwen, vloeken, ketteren,
kunnen ook met veel bravoure
schallen en trompetteren,
maar ze kunnen ook heel zacht
een stil verdriet genezen,
met woorden die je nu en dan

nóg es ’n keer wilt lezen.

Samenleving

Ingekapseld, opgesloten,
bang geworden voor elkaar,
trekt de stille tocht solisten
langs de drukke boulevard.

Ieder met z’n eigen dromen, Meisje droomt
ieder met z’n eigen plan,
ieder met z’n eigen kinderen,
met z’n eigen vrouw of man.

Zoiets noem je ‘samenleving’,
flauwekul, vergeet het maar,
ingekapseld, opgesloten,
bang geworden voor elkaar.

Vandaag

Vandaag is de dag,
hij komt maar één keer,
morgen dan is het
vandaag al niet meer.

Niet zeuren, geniet
van het leven, het mag,
maar doe het vandaag,
want vandaag is de dag.

Meer werk van Toon (interne link).

Meer gedichtjes van Toon Hermans (interne link)

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Gedichten