Geen verschil tussen blinden en zienden in gebaren bij spreken
Blinden maken dezelfde handgebaren bij het spreken als ziende mensen.
Zowel in aantal als in soort gebaren zijn er geen verschillen tussen zienden en blinden. Dit schrijven twee Amerikaanse psychologen, van de universiteiten van Chicago en Indiana, die de gesticulatie bij 16 blindgeboren mensen onderzochten en vergeleken met de gebaren van zienden (Nature 19 november). Zelfs wanneer blinden met blinden spreken, maken ze dezelfde gebaren als ziende mensen.
De handgebaren werden onderzocht door de gesprekken op video op te nemen en de handbewegingen, die een duidelijk begin en einde hadden, niets te maken hadden met manipulatie van objecten, en in tijd samenvielen met spraak te rubriceren en te tellen.
Uit ander onderzoek is al bekend dat handgebaren bij het spreken in nauw verband staan met het mentale zoeken naar woorden: wie zijn handen niet kan gebruiken heeft meer moeite met het raden van woorden. De mate waarin wordt gegesticuleerd bij het spreken verschilt per taal en cultuur, maar de belangrijkste conclusie uit het nieuwe onderzoek onder blinden is dat de handgebaren niet worden aangeleerd door imitatie. De gebaren spelen wel een belangrijke rol bij communicatie: de bewegingen hangen samen met het gesprokene en vergemakkelijken soms het begrip bij de gesprekspartner.
Maar ze hebben waarschijnlijk meer met het mentale proces bij de spreker te maken dan met het communicatieproces tussen spreker en luisteraar. Bij kinderen beginnen de handgebaren al voordat ze kunnen spreken.