“De ziende medemens wil altijd licht. Hij kan namelijk niets in het donker. Zelfs eten lukt hem niet zonder licht. Dan heeft hij allerlei lichtarmaturen en ingewikkelde schijnende dingen nodig, die net doen of ze de zon zijn. Ze zijn alleen stukken minder warm. Lampen, heten die dingen.
Maar nou vinden ze opeens, las ik in de krant, dat er te veel lichtvervuiling is in Nederland. Dus hadden ze afgelopen zaterdagavond op een aantal plaatsen de lampen uitgedaan. Nou, daar moest ik bij zijn, dat begrijpt u, ik kan alles zonder licht. Lezen, eten, drinken, roken, stemmen, ook met potlood, alles.
Zo zaten we, in de regen, in het donker, in het Vondelpark te Amsterdam. Veertig zienden en ik, in een kring onder een afdakje.Ik vertelde over het mooie duister. Het duister dat rust geeft, het duister dat wacht op de dag, het duister dat we nodig hebben om overdag lichter te zijn. Het duister waarin je goed naar iemands stem kan luisteren. Want niet de ogen, maar de stem is de spiegel van de ziel. Luister maar eens met ogen dicht naar een lijsttrekkersdebat, dat zal uw ogen openen.
Ze luisterden ademloos, de zienden. Ze voelden zich schuldig. Zij zijn het immers zelf, die altijd met dat licht in de weer zijn. Zij verlichten hun snelwegen, waardoor de dieren in de war raken. Zij willen perfect uitziende tomaten en daarom bouwen ze helverlichte kassen.
Beduusd dropen ze af door de regen, na mijn verhaal. Ik liep terug naar mijn taxi. We konden niet weg, de accu was leeg, de chauffeur had zijn lichten laten branden.”
Vincent Bijlo
(AD 31-10-06)
Goed verhaal met een verrassende uitsmijter aan het slot. Zowel het een als het ander stemt tot nadenken.
Ik vind ‘m in 1 woord geweldig!
goed verhaal.
Heel herkenbaar.
Ik erger me ook wel eens aan het overvloed aan licht. Maar ben altijd blij dat de wegen die ik in het donker moet rijden verlicht zijn. Ik zie gewoon niets in het donker ……. .
Haha! Mooie tekst!
Die Vincint is top…kan het mooi vertellen…. 😀