Aankijken + commentaar

Onderstaande tekst plaatste Leendert eens op een log dat hij en ik samen beheerden.

Het is – gek genoeg – voor veel mensen heel eng om anderen aan te kijken. De blik van die ander kan je namelijk treffen als een bliksemschicht en je diep in de ziel raken. Je weet op zo’n moment niet hoe snel je ergens anders heen moet kijken. Toch weten we ook dat het aankijken van een ander heel belangrijk is. We krijgen een vervelend gevoel wanneer een ander waarmee we spreken ons niet aankijkt.

Regels

Het aankijken is misschien wel ons belangrijkste non-verbale communicatiemiddel. (1)
Wanneer mag je een ander aankijken? De regels over aankijken zijn ongeschreven en onbewust. We volgen vaste patronen die we pas herkennen als we daarop attent worden gemaakt.
Is het je bijvoorbeeld wel eens opgevallen dat je altijd aan dezelfde kant op je fiets stapt, dat je altijd dezelfde arm als eerste in je jas steekt en dat je altijd op dezelfde manier je armen over elkaar vouwt?
Probeer het eens anders te doen, en je merkt dat dat nog lastig is. Zo is het ook met de aankijk-regels. We houden iemands blik niet langer vast dan prettig voelt. Toch is het goed om eens te kijken naar de patronen die we blijkbaar onbewust volgen.

Het moment van aankijken

Je loopt op straat en ziet in de verte een vage bekende die op jou toe komt lopen. Je blijft deze bekende niet aankijken tot hij vlak bij je is. Integendeel, je kijkt weg en bewondert de gevels, de trottoirtegels, het verkeer en de lucht, totdat hij je op zo’n twee meter benaderd heeft. Dan kijk je hem kort aan en begroet hem alsof je hem nu pas ziet. En geloof me…. de ander doet precies hetzelfde met jou. Vanaf welke afstand je begint met aankijken hangt af van de relatie die je met de ander hebt en de tijd dat je elkaar niet hebt gesproken.

Komt er in dezelfde situatie een goede vriend of vriendin die je lang niet hebt gezien op je aflopen, dan kijk je die eerder aan. Maar waarschijnlijk zelfs nog niet op het moment dat je hem of haar ziet. Je moet elkaar immers nog benaderen en het voelt onprettig om al die tijd dat je op elkaar komt aflopen te moeten kijken en zwaaien.

Het moment dat je de ander aankijkt bepaalt ook de tijd die je aan het contact zult besteden. Als je niet van plan bent om een gesprek aan te gaan, zal je de ander pas op het laatst aankijken. (2)

Punten en komma’s

Zoals gezegd bestaan voor het aankijken van mensen een aantal ongeschreven regels. Zo hoor je een vreemde, zomaar iemand op straat of in een restaurant, niet aan te kijken. Tijdens een gesprek daarentegen, moeten we de ander juist wel aankijken. Het aankijken van de ander maakt dan deel uit van het communicatieproces. Door de afwisseling van wel en niet aankijken van onze gesprekspartner zetten we als het ware de punten en komma’s in onze gesproken zin.
Man voert gesprek
Het volgende doen we allemaal, en meestal ongemerkt.
Als je iets wilt vertellen, kijk je degene tegen wie je wilt spreken kort aan; je kijkt of hij je ook aankijkt en dus bereid is om te luisteren. Dan kijk je weg terwijl je begint te spreken. Zolang je weg kijkt, weet de luisteraar dat je nog door wil spreken en niet onderbroken wenst te worden. Als je op iets accent wil leggen, kijk je hem weer kort aan. Je kunt dan ook zien of de luisteraar nog luistert. Hij zal misschien knikken om je aan te moedigen door te spreken.
Als je klaar bent met je verhaal kijk je de luisteraar iets langer aan. Hiermee geef je het teken dat je uitgesproken bent en dat de luisteraar kan gaan spreken. Als het goed is kijkt de luisteraar niet weg zolang je aan het woord bent. Al die tijd blijft hij je aankijken. Als dit niet zo is, kun je je afvragen of hij jouw verhaal wel zo interessant vindt. (3)

De eerste indruk

Open ogen
De eerste minuten van een contact zijn belangrijk. Ik durf zelfs te stellen dat de eerste seconden daarvan het nog het meest zeggend zijn. In deze tijd vormen we ons al een oordeel over de ander en de ander over ons: “sympathieke vrouw, aardige man ,norse vent of spontaan typ”. Ook menen we in die tijd zelfs al een idee te hebben hoe de ander over ons denkt. We hebben het er later over dat het meteen klikte of vanaf het begin af niet boterde . Het oogcontact speelt een belangrijke rol bij deze eerste indruk. Behalve de duur van aankijken zijn daarbij de microsignalen van het oog belangrijk. Deze microsignalen zijn subtiele tekens die we geven door minuscule veranderingen aan en rond onze ogen. Deze tekens geven we onbewust en zijn sterk afhankelijk van onze emotie op dat moment. De ander neemt deze tekens -ook onbewust- waar. Zij zijn vooral verantwoordelijk voor een gevoel van binnen over de ander. Je zou het intuïtie kunnen noemen; of mensenkennis. (4)

Bron: www.lichaamstaal.nl/

1. Door de manier van schrijven lijkt de zojuist geciteerde tekst voor mij een soort les te zijn: een zo-is-het. Door gesprekken met diverse mensen weet ik dat sommige gedragingen op zich heel veel voor kunnen komen, zoals een bepaalde manier van aankijken, terwijl ieder mens dat al dan niet aankijken op een eigen manier beleeft. Cultuurlijk kan het zo zijn dat mensen volgens de regeltjes handelen, eventueel met het boekje “Hoe hoort het eigenlijk?” paraat, maar hoe zit het met de menselijke natuur? Handelt een ieder op een eigen wijze? Ik weet dat sommige mensen een soort schorpioenenblik kunnen richten op hun gesprekspartner, waardoor die ander zich indringend aanschouwd kan voelen. Ogen
2. Sinds ik blind ben ben ik mij ervan bewust dat mijn ogen heel belangrijk waren toen ik er nog mee kon zien, terwijl ik nu nog steeds kan zien, zij het niet met mijn ogen. Mijn ogen zijn verbonden met mijn bewustzijn, net zoals mijn oren, mijn neus, mijn vingertoppen e.d. verbonden zijn met mijn bewustzijn. Wanneer ik dan ook op straat loop en in de verte een bekende hoor, dan spits ik als het ware even mijn oren om even goed te luisteren of het inderdaad diegene zal zijn zoals deze klinkt en ik zal vervolgens niet voortdurend mijn aandacht geven aan de stem (of voetstappen) in de verte. Ik zou er dan ook voor willen pleiten om het woord “kijken” soms te vervangen door de woorden “aandacht geven”. Voetstap
3. Dat er visuele signalen gegeven worden tijdens het praten weet ik. De knipoog is ook zo’n signaal. Sommige mensen geven naar mij toe wel eens aan dat ze enkele van die signalen bij mij missen of dat ik signalen miste. Tijdens radioprogramma’s valt het ook heel vaak op dat sprekers verbaal reageren op non-verbale signalen. Als luisteraar kun je evenwel aan iemands stem veel horen, althans ik merk snel of iemand al dan niet aandacht voor mij heeft of hoe iemand gestemd is na een bepaald antwoord. Wat ik graag zou willen weten is of de visuele, gespreksondersteunende signalen in bijvoorbeeld China hetzelfde zijn als in Nederland. Chinezen kijken immers naar andere talkshows dan Nederlanders…
Normaliter voer ik overigens zodanig gesprekken met anderen, dat die ander vergeet dat ik blind ben. Kennelijk valt dat tijdens gesprekken toch niet zo sterk op.
4. Heb je in de jaren ’70 naar afleveringen van Swiebertje gekeken en onlangs nogmaals? Vond je de opeenvolging van beelden toen net zo traag als nu of is je beleving veranderd? Dagelijks kijken we televisie en veel van wat te zien valt wordt vervolgens nagedaan: vele mensen drinken hun blikje Coca-Cola hetzelfde als de blitse boy in de commercia.

4 reacties

  1. Poepoe, Leendert heeft gesproken! Ik denk dat het dadelijk eerst wordt; oogjes dicht en snaveltjes toe….

    Het is me daar een heel verhaal zeg. Morgen nog maar eens lezen.

    Dat wat je schreef over dat men bij jou visuele signalen of iets dergelijks mist hoeft niet met je handicap te maken te hebben. De ene persoon is non-verbaal sterker en actiever dan de ander. Sommigen maken druk gebaren, anderen zijn subtieler. Wel is het zo dat je dat punt eerder tegenkomt bij mensen die blind geboren zijn. Ik bedoel dat zij bepaald non-verbaal gedrag niet ‘van zien’ hebben kunnen leren, zoals knipogen, schouderophalen, fronsen etc. Zij kunnen wat star zijn in hun houding, zo heb ik wel eens gehoord. Zelf ben ik iemand, zoals je weet, die vrij druk is, ook in bewegingen en gebaren. Iemand zei eens tegen me dat ze door mijn sterke mimiek vergat dat ik blind ben.

    En ja, non-verbaal gedrag, maar ook het thema rondom iemand aan (mogen) kijken zijn cultuurgebonden. Verder ken je het verschil tussen iemand die zijn hoofd rechtop houdt en een strakke blik heeft, zijn ogen niet afwendt, en iemand die wat schuchter overkomt, wegkijkt of naar de grond staart.

    Nou ja, ik ga pitten. Doei.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.