Narcisme

De cultuur van het narcisme

In een boek met de titel ‘De cultuur van het narcisme‘ beschreef Christopher Lasch hoe de westerse cultuur, in het bijzonder de Amerikaanse, gedomineerd wordt door narcistische persoonlijkheid, geconcentreerd op eigen levenslot, niet in staat tot langdurige gemeenschap met anderen.
Sindsdien spreekt men van het ‘ik-tijdperk’. Het individu staat in het Westen centraal.
Zijn rechten, geweten, vrijheid. Zijn ontplooiing, zijn ervaringen.

Dit aspect van onze cultuur is op het eerste gezicht een gunstig klimaat voor mystiek. Want ook mystiek is iets van het individu. De ervaringen van een mysticus zijn persoonlijk. Hij kan zich niet verlaten op een leider, een leer, een gezag buiten hem.
Van de andere kant is een ‘ik-tijdperk’ een uitdaging voor mystiek, want hoe kan mystiek ontkomen aan een proces dat uiteindelijk in het ‘ik’ vastloopt, aan narcisme, aan egotripperij?

De ‘inkeer in zichzelf’ is niet voorbehouden aan het Oosten.
Het westen kent ook een rijke traditie op dit punt. Maar anders dan in het Oosten is deze weg naar het ‘zelf’ hier ook door wetenschappers gegaan. Ze gingen de ziel (psyche) onderzoeken. Men erkende dromen, symbolen, mythen en psychische ziekten als een taal van het ‘onbewuste’. Men analyseerde het onbewuste: Freud ontdekt hierin als diepste drijfveer de seksuele drift; zijn leerling Jung meende dat de religieuze drift de diepte was. Omdat psychoanalyse, bedoeld om mensen te genezen, vaak onvoldoende resultaat oplevert, zocht Fritz Perls naar een efficiëntere methode. Hij zag niet enkel droom en mythe, maar ook het gedrag als taal van de psyche. Door dit gedrag, in een groep, te bespreken en te analyseren wordt dan duidelijk hoe het bewuste ik een onbewust ik tot ‘underdog’ heeft gemaakt.

Wat ‘ik’ verwacht van mezelf, de rol die ‘ik’ wil spelen in de maatschappij, wat ‘ik’ niet wil herkennen als van mijzelf, dit alles onderdrukt het ‘ware ‘ik’ dat zo geen kans krijgt zich waar te maken.
Deze ‘psychotherapeutische’ weg is sindsdien op vele wijzen door groepen-met-leiders ingeslagen. Vaak gaat het niet zozeer om genezing van psychische ziekten als wel om ontplooiing van het ‘ware ik’ in een mystieke sfeer.

Mystiek als ‘bewustzijnsverruiming’.

Het ik-bewustzijn wordt verruimd doordat het verborgen ik erin doordringt. Is hiermee de mystieke weg definitief een psychotherapeutische weg geworden? Wij weten nu dat veel in ons gedrag vanuit het onbewuste gemotiveerd wordt, dus zonder dat we het beseffen.
Deze ontmaskering van ons ‘ik’ zal nogal wat mystieke literatuur overbodig maken. Heel wat wegwijzers zijn hierdoor achterhaald.
Maar dit is niet de hele weg.

Mystieken spreken duidelijk over een andere werkelijkheid in het diepste puntje van onze ziel. Een ‘grond’ die belangrijker is dan alle projecties, waarin geen enkel beeld, begrip op emotie meespeelt, geen beeld van wat wij zijn, geen beeld van wat God is. Net zomin als bij de natuurmystiek oerenergie de goddelijke werkelijkheid is die de mysticus ervaart, zomin is ook het ware ik, zoals we dit door middel van de psychologie kunnen bereiken, gelijk aan de diepste bestaansgrond.

In de westerse traditie is dit aspect duidelijker uitgewerkt dan in de oosterse. Het is voor het Westen ook noodzakelijker omdat hier zo’n nadruk gelegd wordt op het individu dat het gevaar van egotripperij groot is.

Doorslaggevend is hier natuurlijk niet welke theorie men op zijn ervaringen plakt, maar of de ervaring zelf en de mystieke weg in feite in het ego vastlopen of niet. Grote mystieken zoals Boeddha en Jezus gaven als leidraad aan: Het egocentrische, hebzuchtige ‘ik’ prijsgeven, vrijkomen uit begeerte, arm van geest worden.

Andere oosterse wegen benadrukken methodisch dat mystiek steeds een zoeken moet blijven om niet in het ik vast te lopen. Men ondergrave systematisch elke verworvenheid die zekerheid kan bieden.

3 reacties

  1. Heel interessant onderwerp Kim
    Waar velen weinig van begrijpen, neem ik aan, gezien de replies 😉 of misschien beetje eng erover te reageren.
    Wel helemaal in mijn straatje en link deze topic, ok ?
    Grappig dat narcisme met het ego verbonden werd, daar van oorsprong de narcis pijnstillende eigenschappen kent. De mythische Narcissus werd verliefd op zijn eigen spiegelbeeld, verzaakte Echo, en kwijnde weg vanwege die kwellerij zónder pijnstillers.
    De mystiek betrof hier het wegcijferen van innerlijke gevoelens en door de uiterlijke manifestatie verblind geworden. In het Verre Oosten werd die manifestatie vereenzelvigd met het vrouwelijke, en de demoon daarvan. Gelijkertijd is zij ook de beschermster van het allerdiepste innerlijk, een soort poortwachteres die élke denkbare vorm kan aannemen.
    Psyche ervaarde dit van de “andere” kant, en liet zich verblinden met een kaarslampje door de schoonheid van een engel, Amor … zij stortte zich daarmee in het verderf en moest alles aanwenden (via de Liefdesgodin Aphrodite) om door slechts “hoop” het hemelruim te kunnen betreden.
    Misschien wel de laatste strohalm, alvorens het ik/ego los te kunnen laten …
    groet Roy

  2. Nog een theoretische aanvulling over narcisme, overgenomen uit http://www.geestelijke-gezondheid.nl:
    Alhoewel de term Narcisme vaak gebruikt wordt voor een gezond of ietwat groot gevoel voor eigenliefde is het tevens de term voor een narcistische persoonlijkheidsstoornis (NPS).
    Een en ander is enigszins verwarrend en daarnaast lopen de termen Narcisme en Narcisisme (daar de term zijn oorsprong vindt in de extreem ijdele Narcisus uit de Griekse oudheid) nog eens door elkaar heen.
    Bij NPS is er sprake van ongezonde zelfliefde, die zelfs kan overgaan in grootheidsfantasieën met een overdreven drang bewonderd te worden. De NPS ontstaat vaak in de puberteit en veroorzaakt een gebrek aan vermogen zich in te leven in anderen. Helaas verdwijnt NPS niet bij het volwassen worden.
    Daarnaast kennen we juist de in zichzelf gekeerde gevoelige narcist, die zich juist voortdurend op anderen richt om kritiek ten koste van
    alles te voorkomen. In beide gevallen bestaat het probleem van de NPS in het omgaan met de zelfliefde en eigenwaarde, alleen gaan beiden er juist heel anders mee om.

  3. Jep Kim,… dat onderschrijf ik direct,… dat verschil.
    Zelf noem ik het de verwarring van egotisme en egoïsme… de één is de overdreven eigenwaan, terwijl egoïsme iets softer lijkt en vanuit het zelf denkt, gaat, handelt etc.
    Is best goed dat hier aandacht voor ontstaat, daar dat inderdaad in de puberteit tot hele nare gevolgen kan leiden…
    groet Roy

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.