Bioscoop en geleidehond

Bioscoop en geleidehon gaan niet samend

In dit blogBlinde mag film ‘zien’, maar geleidehond niet besteede ik er al aandacht aan . Inmiddels is er weer nieuws over het geweigerd worden met een blindegeleidehond in een bioscoop!

Bron: dagblad van het noorden van zaterdag jl.

geleidehond niet welkom in bioscoop

De visueel gehandicapte Anneke Postma uit Groningen ziet af van juridische stappen tegen bios- coop Pathé. Eind juni weigerde Pathé in de stad Postma met haar geleidehond toe te laten tot de vertoning van de film Troy. Het bezoekersreglement zou dieren uitsluiten.
Inmiddels heeft Pathé de bezoekersvoorwaarden aangepast. Mensen met een geleidehond worden voortaan niet meer geweigerd. De Groningse is blij met de aanpassing van de bezoekersvoorwaarden van Pathé. Eind juni veroorzaakte Postma met haar voorgenomen bezoek aan de film Troy veel ophef. Het CDA stelde in juni zelfs schriftelijke vragen in de Tweede Kamer. Van het management van Pathé was gisteren niemand bereikbaar voor een toelichting. Vinger over mond: geen commentaar

30 reacties

  1. hoi Kim
    dat is toch niet normaal .
    voor blinde mensen is hun hond hun ogen en ze vertrouwen op hun hond .
    het is toch erg dat ze haar toen geweigerd hebben .
    fijne avond
    groetjes van rita .

  2. Hoi Kim, ik begrijp veel, en heb veel meegemaakt, maar ,als ik het goed begrijp ben je dus blind,okee daar kan ik me een klein beetje bij voorstellen,maar hoe je dan een eigen web-log onderhoud,nee dat begrijp ik niet,maar misschien ,dat ik er nog achter kom
    groetjes en liefs Willie

  3. Flauw dat Anneke geweigerd werd. Bij zo’n bioscoop moet het toch duidelijk zijn dat je als blinde de ondertiteling niet kunt lezen en dat daarom de hond voorblaft wat de acteurs op het doek tegen elkaar zeggen… Hihi…

  4. Leendert, gek jong, moet je eens die eerdere log van me over dit onderwerp lezen. Als je dan reacties leest van mensen op dit voorval, destijds gepubliceerd in een krant, nou da’s pas echt erg. Dan realiseer ik me dat er nog veel werk aan de winkel is om het brede publiek te informeren over het functioneren van en met een geleidehond. Velen vonden het onzin dat ze die bij zich had, immers, ze had toch een vriendin meegenomen? En ze weigerde haar hond achter te laten in de bioscoop bij de een of andere medewerker in een kamertje en dat vond men ook flauwekul.
    Nou, ik weet wel dat ik mijn hond ook niet in een vreemde omgeving bij vreemde mensen achterlaat. Daar is het ook het soort hond niet naar, te eenkennig. Bovendien gaat dat helemaal in tegen de uitgangspunten van het werken met een geleidehond.

  5. Ik weet het Kim. Gisteren sprak de nieuwslezer over slechtzienden met hun geleidehond in plaats van over blinden met hun geleidehond. Het beestje werd wel goed bij de naam genoemd, maar het baasje nog niet. Zou dat ook onbekendheid zijn met wat blindheid inhoudt?

  6. Ja en dan nog wat. Er werd ook opgemerkt dat een blinde (of slechtziende) toch niks heeft aan een film. Ja dáág, tegen zoveel … (vind maar het goede woord) kan ik niet op. Er wordt zoveel verondersteld, ingevuld terwijl uitgangspunt moet zijn dat zij met haar hond overal in moet kunnen, uitzonderingen daargelaten. Een bioscoop mag geen uitzondering zijn vind ik.

  7. Nou, ik gebruikte misschien wat humor, maar gisteren sprak de nieuwslezer over slechtzienden met hun geleidehond. Dat zou dan kunnen slaan op Anneke die slechtziend is, maar zo ik het beluisterde werd het veralgemeniseerd. Het komt immers wel vaker voor dat een blinde slechtziende wordt genoemd, omdat “blinde” een negatieve betekenis in zich kan meedragen.

  8. Ja gadver de gadver. Kun jij van blind iets positiefs maken dan? Ik snap het wel hoor, mensen staan te draaien en te doen, proberen angstvallig “HET” woord te vermijden. Noem het beestje maar gewoon bij z’n naam.

  9. Op zich vind ik blindheid wel wat positiefs, maar ik vertaal het woord “positief” dan met “plaatsbaar”, waarmee ik tegelijk niet zeg dat ik het niet naar vind om niets of nauwelijks meer met mijn ogen te kunnen zien. Die blindheid is wat het is, heeft een plaats en is daardoor positief, maar zien is een vorm van ervaren en met het plaatsen van die ervaringen heb ik nog wel eens moeite…
    Ik zal dit even wat concreter proberen te duiden…
    Vanaf mijn geboorte leerde ik zien, net als anderen in mijn omgeving. Mensen kijken ook veel van elkaar af. Met een mooi begrip “sociale vergelijking” genoemd of “modelleren”. Doordat ik als kind een bril droeg, was het met mij wel wat anders dan met anderen in mijn omgeving, zij het dat vele mensen toch eigenlijk ook wel gewoon een bril droegen, maar de norm was het hebben van goede ogen. Vanaf mijn twaalfde levensjaar kreeg ik netvliesloslatingen en dat leide tot vermindering van het gezichtsvermogen, het minder kunnen zien met de ogen, en toen werd het lastig, want mijn ervaringen gingen sterk afwijken van die van de mensen in mijn omgeving. Hoe moest het met de sociale vergelijking? Wie kon dienen als model? Die situatie was heel naar. Het was voor mij een tijd van hoop dat het goed kon komen afgewisseld met de angst dat het weer mis zou gaan. Ondanks al die narigheid is de blindheid op een gegeven moment toch iets wat ik als het ware onder ogen ben gaan zien of onder geestesoog: het is zo het is. Sterker nog: ik ben gaan ervaren dat het zelfs heel goed bruikbaar is, net zoals Vrouwe Justitia een blinddoek draagt en Freud achter de sofa ging zitten. Men spreekt in dat verband van empowerment.

  10. Leendert, knap gezegd vriend! Ik voeg er nog even niks aan toe, geef ook geen echt inhoudelijke reactie, vind dat je het heel mooi verwoord hebt. Dank je wel.

  11. Leendert, ik ga even wat bedenkingen opschrijven, corrigeer me als dat nodig is.
    Jouw houding ten aanzien van je blindheid maakt op mij een indruk van berusting. Je kijkt er vrij feitelijk tegenaan. Ik daarentegen ben, zoals je weet, wat emotioneler, misschien temperamentvoller. Dat zorgt ervoor dat wij anders omgaan met de feiten, er anders tegenaan kijken.
    Blind is blind, een feit waarmee we moeten leven. Daar kun je lang over praten maar daar verander je niks mee. Ik denk dat een verschil in karakter grote invloed heeft. Emoties en gevoelens zijn vaak afgeleid van gedachten, zoniet altijd. Eerst komt de gedachte, daarna pas het gevoel. Doordat ik meer gericht ben op emoties dan op gedachten ga ik er anders mee om dan jij. Het wéten is er wel, het voelen is sterker. Een gevecht soms. Het helpt me wel om naar jou te luisteren, ik word als het ware teruggetrokken naar de realiteit, een andere realiteit misschien. Ben ik nou vaag of lijkt dat maar zo? Ik bedoel dat ik probeer wat feitelijker om te gaan met de gegeven situatie, er nuchterder tegenaan kijk, wat maakt dat het overgevoelige wat minder sterk wordt..

  12. Ja, volgens mij ervaart iedereen de werkelijkheid op een eigen manier en dan kan inderdaad gesproken worden van verschil in karakter. Zo ik jou ken ben jij inderdaad temperamentvoller en door het verschil in karakter is ook de waarneming anders. Sowieso ben ik ervan overtuigd dat ieders waarneming anders is, want anders zou je precies op dezelfde plaats moeten zijn ontwikkeld. Met jouw indruk dat de gedachte er eerder is dan het gevoel, ben ik het niet eens, maar dat kan te maken hebben met wat ieder van ons onder “gevoel” verstaat. Als ik wat voel oftewel als ik wat gewaar wordt, dan kan dat mij mij een emotie oproepen en een gedachte is dan voor mij een soort emotie. Bijvoorbeeld als nu iemand opeens loeihard boe in mijn rechteroor zou roepen, dan zou ik opschrikken en dat opschikken is dan de emotie. Zou daarentegen iemand op afstand richting datzelfde oor “hai” roepen, dan zou ik denken “hmm, wie zou dat zijn…”, waarna ik pas zou reageren met hoofdbeweging of zo. Maar in beide gevallen ga ik nadenken, want ik wil weten wat er aan de hand is. Herken jij dat of reageer jij in beide situaties anders dan ik?
    Dat ik blind werd leidde pas na zo’n 12 jaar tot berusting, denk ik. Ik heb daar heel heel veel over na zitten denken…

  13. Goed voorbeeld. Mijn stelling wordt onderuit gehaald. Inderdaad, als je schrikt komt eerst de emotie, pas daarna het denken. Er is ook een verschil tussen gevoelens en emoties en gevoelens op zich zijn ook op meerdere manieren uit te leggen. Want… als je het bijvoorbeeld hebt over hoofdpijn, dan is dat een gevoel, een fysiek gevoel. Als je dat gewaar wordt ga je denken: gadver, ik heb hoofdpijn, wat vervelend nou, en wat komt dat slecht uit, ik moet nog dit en dat, gepieker is het gevolg. Snappie? Het kan ook zijn dat je denkt; ach, gaat wel weer over, maar niet teveel bij stilstaan. Hoe je ergens over denkt heeft dus ook invloed op hoe je ergens mee omgaat, hoe je erop reageert. Positieve gedachten hebben dan ook vaak een positief effect op gevoelens. Nu een heel ander voorbeeld hoor…
    Toen ik destijds niet zelfstandig met de trein durfde te reizen was dat een groot probleem voor me. Alsmaar zette ik argumenten op een rijtje waarom ik het wel zou doen, dat ik het best zou kunnen, er geen reden was bang te zijn, ik hulp durfde te vragen indien nodig enz. En toch, de angst was sterker en die angst kon ik niet op een rationele manier verklaren.
    Een groot gevecht. Daarbij kwam dat klasgenoten van me meenden dat ik ‘het gewoon maar moest doen’. Dat vond ik erg vervelend omdat zij zich niet in konden leven in mijn gevoelens en zelf vond ik dat ik niks moest en dat het al zeker niet ‘gewoon even doen’ was.
    Op een dag besloot ik me er maar bij neer te leggen. Ok, ik durfde het niet, lastig, maar er zou vast een moment komen dat ik het wel zou durven. Dat gaf rust, ik ging niet langer vechten tegen mezelf. En inderdaad, de dag kwam dat ik het durfde, ik stapte (uiteindelijk toch ‘gewoon’) in en mijn angst was verdwenen. Het gaf me een enorm gevoel van vrijheid en had zeer veel positieve gevolgen.
    Of dit voorbeeld iets te maken heeft met voorgaande, ach, in elk geval met denken en voelen en dat iedere situatie om een andere benadering kan vragen. Soms is het nodig beperkende en belemmerende gedachten los te laten, soms juist gevoelens. Maar jammer genoeg gaat dat niet met 1 druk op de knop

  14. Was de angst om met de trein te reizen toen niet in de eerste plaats een kwestie van het nog niet accepteren van je handicap, ofwel het nog niet accepteren van jezelf? Te vergelijken met het niet willen dat men je met een stok ziet lopen en al helemaal niet op bekend terrein bij de gedachte dat bekenden je dan zien?

  15. Zeg Jan, nu kom je wel héél dichtbij hè!! 😉
    Maar ik vrees dat er wel een kern van waarheid in zal zitten. Toch heb ik die angst, die weerstand nooit goed kunnen bevatten, misschien juist omdat er veel meer redenen waren het wèl te doen, in die trein stappen. Maar ja, het is een kwestie van; stap in het licht, laat jezelf zien, hier ben ik… Gewoon, Kim dus.

  16. Volgens mij sluit dat voorbeeld van de angst voor het reizen met de trein mooi aan bij het handelen bij blindheid. Toen je nog met je ogen kon zien, durfde je wellicht gewoon met de trein te reizen, maar als je blind bent geworden is zo’n reis met de trein eigenlijk een stap in het duister. Het is een ervaring die je niet kent en waarbij er van alles kan gebeuren wat mis zou kunnen gaan. De onwetendheid is dan beangstigend. Ik schrijf dit nu wat veralgemeniseerd, maar het is hoe ik het zie.
    Voordat het zogenaamd duister werd, had je geleerd hoe je kon handelen in lastige situaties, simpelweg door vallen en opstaan en door afkijken, maar hoewel je in zekere zin ervaren was, bracht de blindheid een onervarenheid met zich mee die ook geleerd moest worden. Toen ik bijvoorbeeld als puber eens tegen een lantaarnpaal opliep, terwijl er wat mensen stonden te kijken, vond ik vanwege mij vroegere ervaringen dat dit toch wel onhandig was, maar tegelijk besefte ik dat ik die lantaarnpaal niet met mijn ogen kon zien, zodat ik mij toch niet onhandig hoefde te vinden. Nog steeds zijn er vele situaties waarin ik mij onhandig vind opereren, gewoon doordat ik weet dat het anders kon. Wat dat betreft ben ik niet gewend aan de blindheid, terwijl ik op zich dus wel berust in de blindheid. Snappen doe ik dat wel, want mijn oudste herinneringen heb ik het meest overdacht en zitten dus stevig verankerd in mijn hersenen, terwijl mijn latere herinneringen op de een of andere manier dienen te passen bij die oudere. Voor een deel is dat, maar mijn waarneming is nu gewoon anders.
    Pjieuw…

  17. Leendert, wederom knap gezegd! Ik zie het zo: jij en ik zijn zienden die niet zien. Dus ons referentiekader ligt in onze ziende tijd. Daar koppel je ervaringen aan. Precies zoals je zei, omdat je weet dat het anders kan. Ja, als je kunt zien maar nu moet je dat beeld aanpassen, ook dat wat je van jezelf verwacht.
    Maar dat met die trein hè, ik had al zo vaak geoefend. In Amsterdam met de geleidehondenschool, maar nog veel meer thuis, om de route van huis naar school in Den Bosch te oefenen. Ben keer op keer met de trein geweest, maar altijd samen met iemand. Om alleen die stap te zetten was een te grote stap in het duister. Ik denk dat mijn ouders, die hierboven reageerden, het bij het juiste eind hadden, maar dat dat zich onbewust afspeelde. Ik kon de reden voor mijn angst niet bewust krijgen, ik kon het niet benoemen. Anderzijds vraag ik me af of dat altijd wel zo nodig is. Soms kom je voor dingen in je leven te staan waar je, emotioneel, nog niet aan toe bent. En soms kun je dan een keus maken, soms sta je voor een voldongen feit en moet je wel. Naar school gaan vond ik de allereerste dag ook doodeng. Ik in mijn eentje met mijn hondje met de trein naar Den Bosch, alleen tussen allemaal zienden in zo’n groot gebouw… brrrr. Maar ik deed het wel.

  18. Daarnet was mijn reactie eigenlijk nog niet af, maar ik moest mijn reactie afbreken…
    Wat je ouders vroegen, dat het wellicht ook te maken heeft met het eng vinden als blinde gezien te worden met stok e.d., dat herken ik ook als vraag die hier van toepassing is. Ikzelf vond het ook eigenlijk maar niks om met een stok te gaan lopen. Het is dat ik merkte dat het voordelen had, bijvoorbeeld dat men vanaf toen begreep wat er met mij aan de hand was, e en dat ik met die stok tijdig obstakels kon vermijden, maar onopvallend over straat lopen is er niet meer bij…”Hé mam, daar loopt een blinde meneer” Hihi. Ik ben dat op een gegeven moment wel grappig gaan vinden. Soms loopt er een hele stoet van die kleine bazen achter mij aan om eens te bekijken hoe ik obstakels weet te vermijden…
    Helemaal grappig was het eens toen ik door mijn vader thuisgebracht werd met de auto en ik voor de gein eens even 360 graden omdraaide, want volgens mij vader stonden toen omstanders wel heel vreemd te kijken… Hihi…

  19. Da’s een goeie Leendert!
    Dat met die kinderen maak ik ook wel eens mee. Of ze denken dat ik doof ben… Gezellig, met zo’n club van die kleine koters achter je aan! Het is ook erg leuk om voorlichting te geven aan groep 4 of zo van de lagere school. De vragen die ze je dan af en toe stellen, geweldig! Maar wel serieus blijven hè!
    Of net als met de kinderen van Berry, toen ik ze net ontmoette, ze waren toen 6 en 8 jaar oud. Ze waren enorm benieuwd hoe ik toch soep zou eten! Of kinderen op die school, hoe loop jij trappen, hoe strik jij je veters? Back to basic…
    Met een stok lopen heb ik nooit graag gedaan. Ik voelde me zo overduidelijk blind. Bovendien kost het veel inspanning, veel energie om er je weg mee te vinden. En dan hier in the big city…. Nou nee, ben blij dat ik sinds 1993 een geleidehond heb. Val je ook mee op hoor, maar het is toch net even anders!

  20. Als mij op straat of in de winkel vragen gesteld worden, dan geeft ik daar ook meestal antwoord op. Tuurlijk krijg ik ’tig keer de vraag of ik zo geboren ben. Tja, en dat doet mij denken aan een blinde man die in zo’n geval eens antwoordde: “nee, ik was toen veel kleiner”. Zo’n antwoord zou ik niet geven, omdat de vraag meestal voor de ander iets is om na te gaan hoe het beste met je te praten valt. Zienden gebruiken veel gebarentaal en het is toch weer net wat makkelijker als je daarover mee kunt praten. Ach ja, op zich weten we dit al wel, maar meelezende belangstellenden wil ik best informeren over wat en hoe het is om niet met de ogen te kunnen zien als Leendert. en jij Kim, jij doet dat vanuit jouw positie, nietwaar?

  21. Heerlijk Leendert, van die voorbeelden, prachtig! Misschien zouden we stiekem allemaal wel eens zo willen reageren. Lekker provoceren. Maar inderdaad, dan gooi je de deur gelijk dicht, is er geen contact meer mogelijk, of de ander zou er de humor wel van kunnen inzien. Wat wordt dan het volgende onderwerp Leendert, of je nog kleuren kent, of je nog herinneringen aan allerlei zaken hebt, beelden bedoel ik.
    Vandaag trouwens kreeg ik per mail vragen voorgeschoteld van iemand die een sieraad voor blinden wil ontwerpen. Toen kwam ze met het volgende. Sommige mensen dragen een medaillon waar ze een fotootje van iemand in hebben zitten. Wat zou jij erin doen en waarom?
    Ik heb gezegd: niks. Ik zou er niks in stoppen want ik wil zo’n ding niet hebben en niet dragen.
    Tja, en dat kan natuurlijk ook. Ach ja, het (wij) zijn ook net mensen hè. Geintje.

  22. Nou, laatst zat ik eens te bedenken dat ik hier in huis geen fotoalbums heb. Ik had er ooit een paar. In de ene foto’s uit mijn eerste jaren en in de andere foto’s tot in de puberteit. Beide albums liggen nog wel bij mijn ouders. Toch kan het aardig zijn voor sommige visite om zo eens wat foto’s te laten zien, omdat dat ook bij anderen zo gebeurt. Weliswaar zie ik zelf niks van die foto’s meer, maar degene die de foto wel ziet kan vertellen wat hij/zij ziet en dan kan ik vertellen wat ik me erbij herinner. Iets dergelijks ook met kaarten.

  23. Ha, leuk dat je dat noemt. Ik keek vroeger uitgebreid naar foto’s. Daar heb ik nu voordeel van. Als Berry, of iemand anders, er doorheen bladert, kan ik vaak tot in detail zeggen wat er te zien is. Eigenlijk blader ik mee, maar dan in gedachten, in mijn hoofd. Ik heb dat ook met de film Dirty dancing, die ik zag toen ik nog op dansles zat. Die film maakte indruk op me en nu nog kan ik me beeld na beeld voor de geest halen wat er te zien is. Ik vind dat leuk, dat al die herinneringen zo opgeslagen zijn en blijven.

  24. Ja, films herinner ik mij ook nog wel, maar niet meer zo precies. Dat geldt ook voor mensen die ik toen (al) kende. Tja, ik word oud…

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.