De klokvastheid van ons lijf
Bron: Het Belang van Limburg, 16 april 2004
"Ik heb horen vertellen dat er blinden zijn die onbewust licht waarnemen, hoewel ze zeggen totaal geen licht te zien. Kan dat?" Hoe gek het ook klinkt, dat kan.
Met een ‘blinde’ bedoelen we iemand die totaal niets kan zien, en van wie de pupillen niet reageren als je met een lamp in zijn ogen schijnt. Onder die blinden heb je nog twee groepen. Zij die geen enkel licht waarnemen, ook niet onbewust. En zij die toch nog op de een of andere manier merken dat de zon schijnt.
In de pas met dag en nacht
Die eerste groep heeft het veel moeilijker, omdat zij bijna voortdurend met een ‘jetkater’ lopen. Net alsof ze zopas teruggekeerd zijn van een reis over de oceaan en nog van slag zijn. De tweede groep blijft wel in de pas met dag en nacht. Ze worden slaperig op het juiste moment, krijgen honger op de juiste tijdstippen. Hebben overdag een hogere lichaamstemperatuur, snellere hartslag en vlotter werkende spieren dan ’s nachts.
Zie ook Invloed van licht en donker.
Ritme
Ons lichaam heeft een hele reeks biologische ritmes, die zorgen dat het automatisch klaar is voor wat op dat ogenblik wordt vereist. ’s Nachts mag onze temperatuur lager zijn en onze ademhaling trager – dat bespaart energie. En het kan ook geen kwaad dat onze nieren ’s nachts trager werken, dan worden we niet zo vaak wakker door een volle blaas. Al die dingen worden gestuurd door onze centrale (biologische) klok. Volautomatisch, zodat we ons niet continu moeten afvragen of het nog geen tijd is om wat vers voedsel in te nemen, of om ons lichaam te laten rusten. De klok zorgt vanzelf voor honger en slaap op het juiste ogenblik.
Biologische klok
Dat je honger (grotendeels) gestuurd is door je klok, en minder door je energiebehoefte, merk je vanzelf als je het eten even uitstelt. Na een tijd verdwijnt het hongergevoel. En wie al eens ‘een nachtje doorgestoken’ heeft, weet dat ook de slaperigheid na een tijd minder wordt. Honger en slaap zijn een soort wekkersignalen van je biologische klok: het is tijd om te eten, tijd om te slapen.
Zon
Die interne klok zit in je hersenen, net boven de plaats waar je beide oogzenuwen elkaar kruisen, en ze stelt zich dagelijks bij op het zonlicht. Als je naar New York reist, waar het zonlicht zes uur later komt dan hier, komen al je kloksignalen zes uur te vroeg. Als het voor je klok al acht uur in de ochtend is, tijd om wakker te worden en een plasje te gaan doen, is het in New York in feite twee uur in de nacht. Je lichaam wordt niet ’s avonds slaperig, maar in de namiddag. Als het eten op tafel komt, ben je niet hongerig, en draaien je maag en je lever niet op hun best. Al die verkeerd lopende dingen maken je flink mottig. Gelukkig zet je interne klok zich gelijk op de zon ter plaatse (al doet ze over zo’n grote verschuiving wel een paar dagen), zodat je weer in de pas loopt met dag en nacht.
Sommige blinden kunnen dat ook. Ze zien geen licht, maar toch komt hun interne klok te weten of er zonlicht is. Hoe dat kan, weten we nog niet goed. Onlangs is in ons netvlies een lichtgevoelige stof ontdekt, die niet gebruikt wordt om mee te kijken. Geeft die het daglicht-signaal door? Of zitten er lichtgevoelige zenuwuiteinden in onze huid? In ieder geval is een paar jaar geleden gebleken dat je de biologische klok van mensen kunt doen opschuiven. Dit deed men door – zonder dat ze dat zelf kunnen zien – hun knieholte te beschijnen met sterk licht, op een moment dat het buiten donker is.
Signaal
Of wordt het signaal doorgegeven via ons bloed? Onze rode bloedkleurstof is in ieder geval lichtgevoelig, en zonlicht kan door onze huid tot in onze adertjes doordringen. Stop maar eens een zaklamp in je mond en kijk dan in de spiegel, dan zie je meteen dat het licht doorheen je wang raakt.
Of is er nog iets anders dat als ‘zesde zintuig’ dient? We weten het niet. En evenmin waarom dat zintuig bij sommige mensen wel werkt, en bij anderen niet. Dat het bij zienden niet werkt, is niet zo erg, omdat die genoeg informatie krijgen via hun ogen. Maar een blinde zonder dat zesde zintuig kan zijn klok nooit bijstellen. Onvermijdelijk gaat die dan voor- of achterlopen. Met alle ongemakken van dien.
Zie ook Melatonine en blindheid.